Om de boor goed te kunnen slijpen, is het van groot belang om een solide basis te leggen voor het volgende "slijpproces", namelijk door het mes goed te positioneren voordat er wordt geslepen. Hierbij zijn vier formules om het slijpproces van de snijkant te begeleiden, waardoor het effect beter is.
"De kant flateert it skaafplak."
Dit is de eerste stap van de relatieve positie van de boor en de slijpschijf. Sommige studenten leunen vaak tegen de slijpschijf en beginnen met slijpen voordat ze zelfs de snijkant erop hebben geplaatst. Het moet niet goed slijten. De "snijkant" hier is de belangrijkste snijkant, en het "nivelleren" verwijst naar de horizontale positie van de belangrijkste snijkant van het te slijpen onderdeel. "Wielvlak" betekent het oppervlak van de slijpschijf. "Leunen" betekent langzaam dichterbij komen. Op dit punt mag de boor de slijpschijf niet raken.
"Boar skaft hoeke loslitten foarhoeke."
Dit verwijst naar de positierelatie tussen de boor-as en het oppervlak van het slijpwiel. De "spaanhelling" is de helft van 118°±2O, wat ongeveer 60° is en zeer belangrijk is. Het beïnvloedt direct de hoek van de boortop, de vorm van de hoofdsnijrand en het niveau van de dwarsrand. Studenten moeten eraan herinnerd worden om de veelgebruikte hoeken van 60° in de 30°, 60° en 90° driehoeken te onthouden, wat gemakkelijk is voor studenten om te leren. Formules 1 en 2 zijn de relatieve posities van de boor voordat deze wordt geslepen. De twee moeten als een geheel worden beschouwd. Negeer het afschuiningshoek niet voor de balans van het mes, of negeer het mes niet voor de balans van de kantelingsas. Deze fouten komen vaak voor in de praktijk. Nu is de boor in de juiste positie en klaar om het slijpwiel te raken.
"Fan 'e snijder ta de rêch fan it slypjende werom."
Dit slaat op het langzame slijpen vanaf de rand van de boor aan de hele achterkant. Dit vergemakkelijkt warmteafvoer en bladslijpen. Op basis van de stabilisatie- en consolidatieformule één en twee kan de boorbit voorzichtig het slijpwiel aanraken voor een kleine hoeveelheid slijpen van de snijkant. De gelijkmatigheid van de vonk moet worden waargenomen tijdens het slijpen van de snijkant, de druk moet op tijd worden aangepast en de koeling van de boorbit moet worden opgemerkt. Wanneer het blad na het afkoelen weer begint te slijpen, is het nodig om de positie van formule één en twee opnieuw in te stellen, wat vaak niet gemakkelijk is om te begrijpen bij het begin van het leren en vaak onvrijwillig de juistheid van hun posities zal veranderen.
"Op en del swiepende sturt wurdt net wârp."
Dizze aksje is ek tige wichtich yn it proses fan it slypjern fan de bit snije edge. Studinten draaie faak de "op en delswing" yn "op en delrotasjon" tiidens it slypjern fan de snije-ein, sadat de oare haadleafde fan de boorbit ferrifelt wurdt. Tagelyk moat de sturt fan de boorbit net heech boppe de horizontale sintrale line fan it slypwiil opkanteld wurde, oars sil it de kant botte meitsje en it sneed net mooglik meitsje.